Kind van het eiland

‘Nee hoor, da’s alleen voor als je naar Amerika gaat.’
Mijn antwoord in de appgroep die we speciaal voor onze trip hebben aangemaakt: Een Immigration Card invullen is helemaal niet nodig.

De grondstewardess van de KLM logenstraft een dag later mijn stelligheid: ook voor Curaçao is zo’n ESTA-document* nodig. Maar geen paniek. Eenmaal langs de bagage drop off, de marechaussee en de security hebben we nog alle tijd om dit varkentje online te wassen. We vullen elk digitaal het formulier in, dat vervolgens netjes als pdf in onze mailboxen belandt. Even downloaden op onze smartphone en klaar is Kees.
Tijd om naar de gate te gaan. We verheugen ons op de reis die we gaan maken. Een trip waartoe mijn dochter Emma het initiatief nam. Ze is bezig met de voorbereidingen van een boek over haar grootvader, mijn vader, die ze nooit heeft gekend omdat hij overleed toen ik zelf nog maar negen jaar oud was. Geboren op Curaçao was hij, opgegroeid in een Surinaamse familie. Omdat ze voor haar project ook het eiland weer wil kunnen zien, horen, voelen, ruiken en aanraken – ze was er maar een keer, toen ze negen jaar oud was – maken we deze reis. En om plaatselijk onderzoek te doen in het archief.  Verder zal ik als chauffeur fungeren en als reisgids die ons naar de plekken kan leiden waar familiegeschiedenis is geschreven.

Negen en een half uur later, oftewel na drie films, zestig pagina’s in mijn boek, twee vliegtuigmaaltijden en een broekwissel na pijnlijk incident met een volle beker gemorste gloeiendhete thee over mijn broek vanwege onhandige manoeuvre van een stewardess, landen we op mijn geboorte-eiland. Net voor het invallen van de duisternis hebben we vanuit de lucht de contouren van Curaçao kunnen zien. Een eiland dat eruitziet alsof een reusachtige vogel met gespreide vleugels in zee is geland. De rotsachtige noordkust, de baaien aan de zuidkant, de heuvels, de bomen, struiken en cactussen, de wegen en de huizen en de lichtjes in Willemstad.
Vol verwachting klopt ons hart.

In de rij bij de douane bemerk ik dat mijn telefoon onderweg automatisch is uitgegaan. Nogal onhandig want ik weet mijn Sim-code niet uit mijn hoofd. Dubbel onhandig omdat ik nu mijn ESTA-document niet kan laten zien. Via een U-bochtconstructie – inloggend in mijn eigen mailbox op de smartphone van Emma weet ik toch tijdig het document tevoorschijn te toveren. De wachtende immigratiefunctionaris werpt er een korte blik op. Dan ziet ze mijn paspoort en mijn geboorteplaats. ‘ Geen document nodig’, zegt ze. Hier geboren.’  Ik had toch gelijk. ‘Si, yu di Korsou’, antwoord ik, acterend dat mijn woordenschat veel ruimer is dan deze drie woorden.
Ik ben een kind van het eiland, niet zomaar een toerist.


(Binnenkort doen Emma en ik in het zaterdagkatern Tijdgeest van dagblad Trouw verslag van onze trip naar Curaçao.  Over hoe het weerzien was met het eiland en familie. En of we herkenning en verbondenheid voelden. Het artikel verschijnt op 8 juni 2024).

*ESTA (Electronic System for Travel Authorisation)

Plaats een reactie